Onze voorzetten

Onze voorzetten

Lokale beleidsboodschappen

Het middenveld, de spelmakers van uw gemeente

Dat middenvelders een belangrijke rol spelen als trekkers in de samenleving, mag ondertussen duidelijk zijn. De veelheid en gelaagdheid van het verenigingsleven in Vlaanderen is uniek in de wereld. Met werkingen die zich richten tot straat of wijk, tot en met de hele wereld. Elk met hun uitgangspunten, doelstellingen, verschijnings- en werkvormen.

Desondanks delen ze een aantal bekommernissen, waar ook onze lokale beleidsmakers iets aan kunnen doen. Daarom geven we met De Spelmakers graag een reeks welgemikte voorzetten om een daadkrachtig en verenigingsvriendelijk lokaal beleid te voeren. Je vindt ze hieronder op deze pagina, handig gebundeld onder vier rode draden.

Aan alle toekomstige lokale beleidsmakers: voel jullie vrij om deze voorzetten allemaal binnen te koppen!

P.S.: Ook de zes Vlaamse partijvoorzitters van CD&V, Groen, N-VA, Open VLD, PVDA en SP.A kennen de waarde van het lokaal middenveld! Bekijk hieronder hun videoboodschappen aan lokale mandatarissen over hoe het middenveld zo goed mogelijk kan en moet worden ondersteund.

Zes Vlaamse partijvoorzitters hebben een boodschap voor hun lokale mandatarissen

Geef je middenveld de ruimte

  • Maak infrastructuur toegankelijk en betaalbaar. Cultuur- en gemeenschapscentra en bibliotheken blijven publieke ontmoetingsplekken bij uitstek.
  • De ruimte in een gemeente is beperkt. Zet in op delen van ruimte. De Ambrassade geeft daarover deze tips aan lokale besturen.
  • Wees creatief. Schoolgebouwen en schoolsportinfrastructuur blijven nog vaak onderbenut. Zorg dat deze infrastructuur maximaal opengesteld wordt. De Verenigde Verenigingen biedt u daartoe deze handleiding. Concrete aanbevelingen zijn bijvoorbeeld:
    • Werk in de gemeente met alle beleidsdomeinen samen en liefst ook met aanpalende gemeentes aan een brede omgevingsanalyse. Zo vermijd je het bouwen van nieuwe infrastructuur terwijl andere geschikte (school)infrastructuur onderbenut blijft.
    • Zorg voor meer overleg tussen schooldirecties en lokale besturen.
    • Zorg voor administratieve ontlasting van de schooldirecties door bijvoorbeeld het opmaken van geschikte gebruiksovereenkomsten door de lokale administratie te laten doen. Mogelijk kan de gedeelde schoolinfrastructuur ook onderhouden worden door de lokale administratie.
    • Zorg voor de nodige bemiddeling tussen gedeelde ruimte-initiatieven en de stadsdiensten, brandweer en politie. Bijvoorbeeld wanneer er verschillende brandweer-regelementen van toepassingen zijn op verschillende type activiteiten in éénzelfde gebouw.
    • Maak gebruik van samenaankoop van (sport)materiaal.
    • Denk na over een systeem van ‘sleuteldragers’ op maat van uw gemeente. Dit is een systeem waarbij mensen in de sociale economie ingeschakeld worden als ‘sleuteldragers’. Een sleuteldrager opent samen met de gebruiker de infrastructuur, overloopt en controleert de afspraken, is bereikbaar in geval van nood en sluit de zaal veilig af.
    • Denk na over een systeem op maat van uw gemeente om vraag en aanbod van infrastructuur op elkaar af te stemmen. Een goede inventarisatie van beschikbare ruimtes is daarin een noodzakelijke eerste stap.
Onze voorzetten

Betrokkenheid bij het beleid: werk samen, niet tegen

  • Ondersteun uw lokale verenigingen en hun activiteiten. Beconcurreer ze niet met leuke, goedbedoelde, eigen initiatieven.
  • Betrek uw lokale verenigingen en adviesraden in een vroeg stadium bij de opmaak van een nieuw meerjarenplan. Denk eraan dat ze ook tussentijds betrokken worden bij de uitvoering, bijsturing en evaluatie ervan.
  • Denk eraan om een systeem van ‘burgerbegroting’ of ‘wijkbudget’ op maat van uw gemeente te lanceren. Voordelen zijn onder meer beter geïnformeerde burgers, meer lokale dynamiek en meer begrip en gedragenheid voor een gevoerd beleid.
  • Neem adviesraden ernstig en gebruik ze waarvoor ze intrinsiek dienen, namelijk om gegrond advies te krijgen over de te nemen beleidsmaatregelen. Gedynamiseerde adviesraden kunnen flexibele participatiedraaischijven worden in uw gemeente. Maar dat vergt visie, durf om te vernieuwen en geduld.
Onze voorzetten

Belemmer niet, maar ondersteun

Er zijn heel wat bottom-up initiatieven van burgers en verenigingen. Gemeenten moeten die activiteiten beter oppikken, versterken en omkaderen.

  • Zorg voor een goed aanspreekpunt voor burgers en verenigingen (zij het digitaal, via een loket en/of verenigingsambtenaar). Communiceer helder over de ondersteuning die uw lokaal bestuur biedt aan verenigingen.
  • Zorg voor eenvoudige reglementen en procedures voor erkenningen, vergunningen, financiële en logistieke steun enz. aan verenigingen en vrijwilligers. Nu stoten initiatiefnemers al te vaak op zware procedures en onnodige  administratieve verplichtingen.
  • Durf reglementen helemaal te herdenken. Met ‘koterijreglementen’ is niemand gebaat. Enkele vuistregels:
    • Maak en herdenk reglementen in samenspraak met de doelgroep. Enkel op die manier worden het doeltreffende instrumenten
    • Zorg voor de nodige flexibiliteit in reglementen. Zo blijven ze langer relevant en actueel.
    • Stel reglementen niet op volgens de klassieke ‘verkokering’. Want er zijn steeds meer burgerinitiatieven en ‘pop-up’ verenigingen die niet in die klassieke kokers passen.
    • Soms is het beste reglement datgene dat niet geschreven hoeft te worden. Reglementen zijn niet altijd noodzakelijk om effectieve ondersteuning aan verenigingen aan te bieden.
  • Meer tips en goede voorbeelden vindt u op slimgeregeld.be
Onze voorzetten

Administratieve eenvoud, het kan!

Lokale organisaties en vrijwilligers gaan gebukt onder administratieve lasten. Lokale overheden hebben uiteraard geen impact op Vlaamse, federale en Europese regelgeving en procedures, wat een groot deel van de overlast vormt. Maar ze kan voor de eigen bevoegdheden, reglementen en praktijken wél het goede voorbeeld geven. Voorbeelden vindt u op www.slimgeregeld.be

  • Wie ondersteuning krijgt, moet zich regelmatig verantwoorden. Dat is logisch. Maar de verantwoording zelf moet verantwoord blijven. Vanuit een controlerende reflex wordt verantwoording al snel een zware last voor verenigingen – en bijgevolg ook voor lokale administraties die alles moeten controleren.
  • Maak van ‘vertrouwen’ een codewoord in verantwoordingsprocessen:
    • Vraag enkel zaken op waar je effectief iets mee kunt.
    • Ga flexibel om met de bewijsvoering (zeker qua vorm).
    • Ga op zoek naar de meerwaarde van de verantwoording. Geven de verzamelde gegevens je meer inzicht in de werking van organisaties? Geven ze inzicht in de werking van de geboden ondersteuning aan organisaties?
    • Focus niet op het dichtplamuren van fraudekansen – wantrouwen voedt wantrouwen. Hou alles in perspectief en zet in op wederzijds vertrouwen.
  • Daag de hele lokale administratie uit om relevante informatie van burgers en organisaties slechts één keer op te vragen. Een vlot intern systeem van data-uitwisseling kan dit mogelijk maken.
  • Digitalisering kan een grote praktische vereenvoudiging betekenen, als het goed doordacht gebeurt en met aandacht voor gebruikers die niet zo digitaal geletterd zijn.

Vlaamse, federale en Europese beleidsboodschappen

Alle beleidsboodschappen in één handige publicatie

Download ze hier, doorblader ze in Issuu of scroll wat verder naar beneden!



Het middenveld bepaalt mee de wedstrijdstrategie

We weten dat de samenleving niet bestaat uit één-tweetjes tussen het beleid en de markt. Wat van de samenleving de bruisende, zinderende cocktail maakt die ze is, zijn de fijnmazigere elementen, de minder benoembare, het verbindende, het sociale. Net dát zijn de zaken die middenveldorganisaties door hun werking en aanpak naar boven halen. Op www.despelmakers.be bundelden we daarvan veel aantoonbare voorbeelden. Ze tonen dat middenvelders doeners zijn. Verbinders. Ze zorgen voor dynamiek. Ze werken mét mensen aan de zaken die raken.

Vanuit die positie en ervaringen leveren middenveldorganisaties procesmatig en inhoudelijk een bijdrage aan fundamentele publieke meningsverschillen over hoe we samen leven organiseren. Ze zijn per definitie niet ‘neutraal’, en dat is maar goed ook. Middenveldorganisaties uiten hun visie op verschillende manieren (ook soms op manieren waarvan beleidsmakers ongemakkelijk worden), stofferen en vuren het publieke debat aan. Een zekere polarisering kan zelfs tot scherpere én betere/bredere maatschappelijke debatten én tot beter beleid leiden. Op voorwaarde dat het debat in alle breedte en met argumenten gevoerd wordt.

De verschillende overheden doen er goed aan om de vele middenveldorganisaties in ons land als een hefboom voor sociaal en politiek kapitaal te bekijken. Als een unieke grondstof. Tegelijk kunnen de verschillende overheden in ons land maar beter open staan voor een vernieuwde invulling van de politieke rol van middenveldorganisaties. Het noodzakelijke publieke en politieke debat vaart er wel bij. Aan de beleidsmakers om dit debat volop toe te laten, het met argumenten te voeren en naar alle actoren te luisteren.

Mooi voetbal met flitsende doelpunten begint bij sterke voorzetten van het middenveld

Middenveldorganisaties zijn pioniers. Dat is al in vele maatschappelijke domeinen gebleken – en in onze snel veranderende samenleving zijn ze dit meer dan ooit. Middenveldorganisaties ontwikkelen ideeën, informeren en enthousiasmeren groepen mensen en bespelen ondernemingen en beleidsmakers. Die laatsten kunnen van al dat voorbereidend werk dankbaar gebruik maken om de nodige regelgeving te voorzien of bestaande regelgeving aan te passen.

Helaas zien we al te vaak dat met het argument ‘de primaat van de politiek’ het middenveld als partner in de beleidsvorming opzij gezet wordt. In een steeds complexer wordende samenleving is dat zonde. Want beleid maken is niet simpel. Beslissen over beleid is voorbehouden aan democratisch verkozen politici. Maar beleid maken is een zaak van de hele maatschappij, niet enkel van zij die de megafoon in handen hebben of kregen. Overheden die doof blijven voor de bekommernissen van hun burgers en organisaties zijn de belangrijkste oorzaak van populisme, slecht beleid… en ontevreden burgers.

Dit terwijl middenveldorganisaties een concrete meerwaarde bieden bij beleidsvoorbereiding, beleidsvoering en beleidsevaluatie. Dat is al meermaals bewezen. Zo kan je met het ‘algemeen belang’ moeilijk praten, met vele individuele belangen lukt dat wel. De beste manier om dat algemeen belang te dienen is dus te zorgen dat de verschillende individuele belangen met elkaar kunnen discussiëren en tot akkoorden komen.

Dat gebeurt bijvoorbeeld in de Strategische Adviesraden. Heel wat middenveld-organisaties besteden veel tijd aan het voeden en opvolgen van die Strategische Adviesraden. Omdat ze het belangrijk vinden om beleidsmakers te inspireren met hun kennis en expertise. En toch nemen Vlaamse beleidsmakers – al dan niet openlijk – die adviesorganen quasi permanent op de korrel. Veelal komt het erop neer dat hun meerwaarde voor het beleid in twijfel getrokken wordt. De trieste vaststelling is dat hun impact op het beleid inderdaad vaker beperkt is, maar dan alleen om de simpele reden dat de Vlaamse beleidsmakers de adviezen (soms zonder argumentatie) gewoon naast zich neerleggen.

De adviesraden en hun adviezen zouden ook daadkrachtig en efficiënt beleid in de weg staan. Terwijl goed overwogen en breed gedragen beleidsmaatregelen in de praktijk effectiever zijn én niet om de haverklap moeten aangepast worden wegens stommiteiten of vergetelheden. Ook opvallend is dat dezelfde politici die adviesraden inefficiënt vinden, wél graag rechtstreeks aankloppen bij de ‘burger’, op zoek naar draagvlak. Dat kan een prima aanvulling zijn, maar waarom zou een politicus die een doorwrocht advies negeert, suggesties van burgers wél volgen?

Maar er is mogelijk verbetering op komst. Het goede nieuws is dat deze Vlaamse Regering werkte aan een Witboek Open en Wendbare overheid en een nieuw bestuursdecreet goedkeurde. Beide bevatten verschillende goede pistes voor een beleidsvoering in partnerschap met verschillende actoren. Het is aan de volgende legislatuur om deze doeltreffend in de praktijk te brengen.

Onze voorzetten

  • De Vlaamse Regering werkt verder in de geest van de bepalingen in het Witboek ‘open en wendbare overheid’.
    Zo kan de Vlaamse overheid evolueren naar een ‘netwerkorganisatie’ die meer, wisselende, tijdelijke interactievormen kan aangaan met burgers, bedrijven en middenveldorganisaties in de verschillende fases van de beleidscyclus. Concreet wordt gewerkt aan regelluwe zones en nieuwe kaders voor co-creatie en coproductie.
  • De Vlaamse Regering gaat voor sterke adviesraden in functie van een sterk beleid. Ze neemt de werking, samenstelling en adviezen van de Strategische Adviesraden serieus. Dit uit zich onder meer in een geregeld, volwassen, overleg tussen de bevoegde minister(s) en adviesraad en meer, inhoudelijke, feedback op adviezen.
  • De Vlaamse Regering waardeert de grote tijdsinvestering van middenveldorganisaties in beleidsvoorbereidende organen zoals de Strategische Adviesraden.

In modern voetbal lopen verdediging, middenveld en spitsen in elkaar over, maar verliezen ze hun eigenheid niet

Verenigingen hebben verschillende uitgangspunten, doelstellingen, verschijnings- en werkvormen. Toch hebben ze een gedeelde identiteit, namelijk de missie om maatschappelijke fenomenen aan te pakken, te versterken of uit de wereld te helpen. Deze eigenheid is beleidsmatig niet makkelijk af te bakenen, maar in ieder geval moeten middenveldorganisaties wel als een volwaardige maatschappelijke actor beschouwd worden, los van hun statuut, thema’s of werkmethodes.

Door de hervorming van het vzw- en vennootschapsrecht krijgen middenveld-organisaties een nieuw, ruimer, juridisch maatpak. Ze worden beschouwd als ondernemingen die geen winst uitkeren aan aandeelhouders. Dit maatpak sluit niet naadloos aan bij de huidige realiteit van het gros van de middenveldorganisaties, die (eventuele) economische activiteiten vooral als een noodzaak zien om de werking te stutten. Nog los van te verwachten problemen op vlak van fiscaliteit, vrijwilligerswetgeving en subsidieregelgeving zal deze hervorming mee bepalen hoe middenveldorganisaties in de toekomst – juridisch, economisch en politiek – behandeld zullen worden. Temeer omdat dit nieuwe maatpak de aanwezigheid van economische activiteiten expliciet centraal plaatst.

Het feit dat middenveldorganisaties de ene keer als ‘onderneming’ en de andere keer als ‘overheidsinstantie’ beschouwd worden, heeft zijn wortels in Europese regelgeving. Die is steevast gemaakt voor één van deze actoren. Middenveldorganisaties vallen daardoor tussen wal en schip, met vele ongemakken, grijze zones en administratieve overlast als gevolg. Deze problemen komen vervolgens op het bord van onze federale en regionale overheden terecht, die allerlei remediërende trucjes moeten toepassen om de meest schadelijke effecten te ondervangen… Van efficiënte regelgeving is op die manier nog weinig sprake. De Europese instellingen zouden er dan ook goed aan doen om de ‘civil society’ –waaraan veel lippendienst bewezen wordt – als volwaardige juridische actor op het Europese speelveld te erkennen.

Tot slot zijn middenveldorganisaties vaak rasechte ondernemers, maar ze volgen nooit een puur economische logica, hanteren zelden verticale bedrijfsprincipes en een jargon van rendement en dividend. Ze belichamen een soort maatschappelijk ondernemerschap dat momenteel te weinig naar waarde geschat wordt. In een tijdsbeeld waar net dat soort maatschappelijk ondernemerschap vernieuwende oplossingen lanceert én verduurzaamt, is een stiefmoederlijke behandeling van middenveldorganisaties en burgerinitiatieven hopeloos passé.

Onze voorzetten

  • De Vlaamse en federale regering gaat in dialoog met middenveldorganisaties over de gevolgen van de hervorming van vennootschaps- en vzw-wetgeving voor andere beleidsdomeinen waarmee middenveldorganisaties te maken hebben.
  • In samenspraak met de verschillende middenveldsectoren, passen de Vlaamse en federale regering regelgeving en subsidiekaders aan de nieuwe vzw- en vennootschapswetgeving aan. Daartoe is er het nodige interbestuurlijk overleg zodat dit op een uniforme en transversale manier gebeurt.
  • De Vlaamse en federale regering pleiten samen met het gezamenlijk middenveld voor een beter juridisch kader voor middenveldorganisaties op Europees niveau. Concreet ondersteunen ze het pleidooi voor een eigen statuut voor middenveldorganisaties op Europees niveau of een Europese erkenning van middenveldorganisaties via hun nationaal statuut. Via een dergelijk statuut of erkenning kunnen Europese beleidsmakers regelgeving op maat van middenveldorganisaties maken. Zo worden middenveldorganisaties niet langer noodgedwongen als ondernemingen of overheden beschouwd.

Het middenveld verdient méér Mexican waves en minder rode kaarten!

Op een voetbalveld staan middenvelders letterlijk centraal. Hun wervelende dribbels en passes kunnen niet aan de aandacht ontsnappen van coaches, scheidsrechters en voetbalfans. Bij het maatschappelijk middenveld ziet het plaatje er helemaal anders uit. Want waar sommige middenveldorganisaties werken rond heel opvallende issues en thema’s die samenleving en politiek beroeren, zijn er talloze organisaties die het met veel minder of géén aandacht moeten doen. Omdat de problemen die ze aanpakken minder wereldschokkend of flashy zijn en soms zelfs niet eens benoemd worden. Dat ze desondanks al hun energie blijven steken in de vele vergeten werven en problemen van de samenleving vormt de kern en de sterkte van ons middenveld.
Maar dat blijkt in onze huidige samenleving tegelijk hun zwakte. Ze doen vanalles, maar ze halen zelden voorpagina’s en verschijnen maar weinig in het gekende plaatje van statistieken en indicatoren. Bijgevolg is er bij een aantal beleidsverantwoordelijken – naar eigen zeggen met die ‘harde realiteit’ bezig – maar een matige appreciatie voor het werk van middenveldorganisaties.

Politieke overheden kunnen ook moeilijk om met de volatiliteit van middenveldorganisaties. Hun werking is voortdurend in evolutie en speelt o.a. in op ontwikkelingen bij burgers, politiek en de bredere samenleving. Hun aanpak is vaak hybride en kan tegelijk kenmerken van burgerinitiatieven, marktspelers en overheidsactoren omvatten (zie ook www.middenveldinnovatie.be). Daarbij hoort loslaten en vertrouwen. Overheden noch middenveldorganisaties zijn gebaat met wederzijds wantrouwen. Het leidt tot misverstanden, kortsluitingen en gaat steevast gepaard met administratieve ballast. In een constructieve sfeer en met het nodige vertrouwen kunnen overheden en middenveldorganisaties – al dan niet samen – mooie dingen realiseren.

Onze voorzetten

  • De Vlaamse en federale overheid moedigen de flexibiliteit van middenveldorganisaties aan via gerichte ondersteuning.
  • De Vlaamse overheid heeft meer aandacht voor impactgerichte verantwoording in haar regelgevende kaders. Daarbij is het belangrijk om open te staan voor en te luisteren naar de ‘taal’ van middenveldorganisaties en hun (soms kleine) succesverhalen waarin ze hun bijdrages aan de samenleving duidelijk maken. Ook het concept van regelluwe zones kan ingezet worden om te experimenteren met impactgericht verantwoorden.
  • De Vlaamse overheid gaat verder in haar houding van vertrouwen ten aanzien van middenveldorganisaties. Binnen enkele beleidsdomeinen zijn goede voorbeelden te vinden die als inspiratie kunnen dienen voor anderen (zie ook Vertrouwen boven Verantwoording).
  • De Vlaamse en federale overheid gaan voor een doorgedreven administratieve vereenvoudiging voor vrijwilligers en hun verenigingen. Daartoe is er het nodige interbestuurlijk overleg. De Vlaamse regering ontwikkelt een soort ‘verenigingsprofiel’ naar analogie met het burger- en ondernemingsloket. De federale regering maakt versneld werk van de invoering van de e-griffie.

Voetbal is een ploegsport; met drie op een veld of alleen supporters kom je nergens

Onze samenleving is – net als het voetbal – al geruime tijd etnisch-cultureel divers. In het voetbal is het spelen en de zoektocht naar die éne goal de evidente verbindende factor. Maar in onze superdiverse samenleving wordt te weinig gezocht naar een nieuwe gemeenschappelijkheid, los van afkomst. Middenveldorganisaties proberen dat. Door hun brede verankering, gelaagdheid en verknoping spelen ze een belangrijke rol in deze noodzakelijke ontwikkeling. Net omdat ze mensen verenigen op basis van wat hen bindt, niet op basis van hun afkomst of status. Beleidsmakers in Vlaanderen spreken al te vaak burgers aan op die laatste aspecten.

Zo worden nieuwe breuklijnen gecreëerd en uitvergroot en is er minder aandacht voor wat we gemeenschappelijk hebben en waaraan we samen kunnen werken. Rond dit laatste moet dringend – en in samenwerking met middenveldorganisaties – een kordaat en constructief beleid gevoerd worden.

Een andere trend die samenspel in de weg staat, is de grote focus op individuele zelfredzaamheid. Deze visie mag het brede verhaal van vermaatschappelijking, waarbij actoren in de samenleving collectieve taken en verantwoordelijken opnemen, niet infecteren. Vermaatschappelijking mag niet betekenen dat de individuele burger het nu maar zelf en alleen moet doen. Middenveldorganisaties kunnen en moeten daarbij een rol spelen. En dat doen ze ook, door bijvoorbeeld consequent te werken met mensen die zich vrijwillig engageren. Alles dan maar overlaten aan vrijwilligersorganisaties houdt uiteraard ook geen steek. Een rol van de overheid blijft noodzakelijk.

Vrijwilligerswerk is aan verschillende trends tegelijk onderhevig en mensen engageren zich op veel verschillende manieren. Al dat vrijwillig engagement samen is goud waard, schraagt middenveldorganisaties en – breder – onze hele samenleving. Beleidsmakers boren dit engagement echter meer en meer aan als ‘werkstraf’ voor langdurig werklozen en leefloners, als goedkoop werk of als pasmunt voor overheidsbesparingen en onevenwichtige begrotingen. Het is nochtans in ieders belang om het echte vrijwilligerswerk te koesteren en zuiver te houden.

Onze voorzetten

  • De Vlaamse regering stimuleert vrijwilligerswerk en laat het écht vrijwilligerswerk zijn:
    • Ze monitort op een kwalitatieve en langdurige manier de impact van het stelsel ‘onbelast bijklussen’ op vrijwilligerswerk.
    • Ze verzet zich tegen elke openlijke of verdoken vorm van ‘verplicht vrijwilligerswerk’.
    • Ze heeft meer aandacht voor de drijfveren en draagkracht van vrijwilligers. Een verregaande ‘vermaatschappelijking’ moet gepaard gaan met een fundamenteel betere afstemming tussen arbeid, gezin en vrije tijd.
  • De federale regering geeft werkzoekenden, personen met een ziekte-uitkering en vluchtelingen alle kansen om vrijwilligerswerk te (blijven) doen. Ze schaft de huidige meldingsplicht bij de RVA af.

Voetballers worden goed omkaderd en betaald

Middenveldorganisaties zijn er in alle geuren en kleuren. Hun werking richt zich tot straat en wijk, en de hele wereld. Velen werken louter met vrijwilligers, anderen zijn sterk geprofessionaliseerd. Ze zijn allemaal waardevol en verdienen publieke investeringen. In Vlaanderen en België zijn die investeringen globaal genomen relatief substantieel. Maar de laatste jaren verschuift het zwaartepunt ervan van structurele naar projectmatige ondersteuning. Het aan elkaar rijgen van tijdelijke projectsubsidies – een gangbare praktijk – zorgt voor onzekerheid, onnodige en inefficiënte administratie bij alle betrokkenen en biedt kans op instrumentalisering. Projectondersteuning heeft zijn nut, maar kan nooit de reguliere ondersteuning voor de basiswerking van middenveldorganisaties vervangen.

Onze voorzet

  • De Vlaamse en federale regering erkennen en financieren op een structurele en transparant omkaderde manier de basiswerkingen van middenveldorganisaties.
    Projectfinancieringen zijn aanvullend, op elkaar afgestemd en hebben een duidelijke focus. Op die manier kunnen ze bijdragen aan vernieuwing en zorgen voor de verduurzaming van waardevol gebleken experimenten en projecten.

Onze voorzetten

Laden…